Poetry
Eelt
Gillend in
de verwarring van
verhuizende verlangens,
voorbij het gras en de grimas
hun kleur vlammend
In avondrood onttrokken
Rococo,
Recto-verso
Met stalen buizen
die vol verrukking strak doorbuigen,
de hemel doorkruisen
als kruimels
op gespikkelde terrazzo
die onopgemerkt van positie veranderen,
ontkleedt de wervelwind
de eigen blauwdruk
in een veelheid aan verdiepingen
In een mozaïek verzonken,
een zondagwandeling
doorheen deze kartonnen maquette
die de doorsnede na de doortocht
van een bulldozer tekent
2023
Kubus
Onder koud kunstlicht
druipen de koplampen in het moeras,
kruipen de verkleurde slangen kortsluiting,
klinken de krantenkoppen
als bulderende donderwolken
doorheen smalende spiralen
Geen grote verhalen in dit bos,
enkel rottende etensresten
In leeggeroofde boeken
schrijf ik tegen mezelf,
bots ik tegen de dichtgemetselde ramen en deuren:
‘Het is
altijd maar hetzelfde’
Alleen, altaar,
het avondmaal
een ouverture op dit podium
Een bloemlezing...
van oude gedachten
in plakboeken verzameld,
van naïeve idealen gekrast in
de muren van zolderkamers
en de ribben van dit lichaam,
van mijn mooie maalmolen
in het spiegelpaleis vol zelfreflectie
Kleine,
kleine kubus:
‘Schitter, schijn, schiet toch op mij’
Wees niet bang
2022
Proefkonijn
Als wandelaar in een woekerend metaalbeest,
de grauwe kringen die mijn kist omsluiten,
onder ’t stof van jaren dat zichzelf zaait
tot het afscheidsfeest
Hier bloedt de adem die mij uitwist,
knikkend als een slotrede
aan dit zwartakkoord
in verstilde vijvers vol zwavel
Hier blikken stralingsridders
mij als een proefkonijn in,
de vrucht vol draden
Een filter falsetto
2015
Luchtballonnen
Mijlpalen
Verlichte torens
uit papier-maché
Onder het bewind:
bewoners
in stenen havens
Euforisch kaal
vernieuwend
Bejubelen zij
in snelle opeenvolging
de glansprestaties
galmend doorheen
de vergaderzalen
Kijken zij
op grote hoogte
neer op het omliggende land,
omdat zij haar niet
kunnen begrijpen,
omdat zij haar
nooit betreden,
omdat zij niet stil
mogen staan
2020
Empathie
In haar begrijpen
ligt het begin
van een antwoord,
geborgen
rondom de zuilen
van wie wij willen zijn,
niet in boeken
of cijfers gevonden,
maar bevend,
in het kwetsbaar bestaan
langs ruige rotsen
en gebroken glas
Als bruggen tussen
ver afgelegen werelden,
wanneer de zon verrijst
lichten haar kleuren schemer tot klaarheid,
kunnen kille kusten verwarmd worden
Ars vivendi
Durf te leven,
maar keer je rug niet naar haar
2024
De Barrière
Wezenloos graaien ze door me heen,
deze wanden, gehouwen uit steen,
als ijzige schermen, vormeloos en stil,
staan ze op verlaten terreinen waar dorst meester is
Desolatie,
uitgedroogde karkassen die waken als dolmen,
mijn geest knevelen ze in waas,
en in dichte mist kruip ik naar haar valse beeltenis
die dim door deze nevelring schijnt,
die de horizon doet kantelen
en mij desoriënteert
Met droge mond en uitgebluste lippen,
naarstig wroetend, koortsachtig naar de bron,
oh ranke rivier die mij leiden zal,
als een kluizenaar ben ik dolende,
naar het heilige cocon
‘Waar is ze?’
‘Waar is ze?’
‘Waar is ze?’
Het huivert me dit mezelf telkens te moeten bevragen,
in dit woeste land waar de zon aan me vreet,
de kwetsbare vers die het antwoord reeds weet
‘Waar is ze?’
‘Waar is ze?’
‘Waar is ze...?’
2014
Waarheen
Bloemenzeeën,
een verwilderde impressie geschilderd
naast de steigers van dit verlaten meer,
een glanzend pantser met de mist als meesteres,
samen tot ongelijnde lichamen onbegrenst
bevredigd in een koele omarming,
dierbaar beschermd dankzij de versleuteling,
de lokroepen van spelende faunen
in het omliggende woud
Jij,
weidse wildernis,
van wijsheden,
van wedergeboorte,
waar tekeningen in oude schors
en zonnenstanden op naakte rotsen,
als wegwijzers voor versleten harten dienen,
de bestaande paden uitwissend
2019
Terminal
Hogesnelheidstreinen,
tussen het neon flitsend,
wild in disharmonie
tot dit krijsend samenspel
Als bezetenen
jagen zij over de sporen,
van zelfvertrouwen barstend
graven zij ieder nog dieper
onder reeds geërodeerde bergen,
zonder omkijken
het dynamiet exploderend
in een vat vol verwensingen
van elkaars visie
en de verheerlijking van
eigen eilandbestemmingen:
Tunnels
Een veilig paradijs
2019
X,Y
Onder hoogspanningslijnen
zolang zij ‘onbekenden’ blijven:
De invulling onvoltooid,
in iedere beweging curve,
bij elke stap suggestie
Is er de tijd voor twijfel,
schittert serendipiteit
2020
Over de randen van m’n werkelijkheid
Zacht gleden haar oevers door m’n handen,
de zand overgoten duinen, schouderbladen van een prachtig strand,
de porseleinen heuvels in hun kwestbare eerlijkheid
spraken tot mij, schreven mij wonderlijke beelden
Het was die felle vlam, verscholen in de groeven van haar rode lippen,
die mij als een sissende dolk stak,
de herkenning in de oceanen van haar ogen,
waardoor ik mij liet ontvoeren
Meedeinend op het ritme,
zij, mijn dirigent, mijn enige ster in deze eerste nacht vol violen,
van vervoering zongen de kruiken, dronken de lieden,
want daar lag ze,
over de randen van mijn werkelijkheid,
met haar warme dijen kronkelend rond mij,
haar hymne mijn zegel geheel verscheurend
2014
Focus
Lasergeleide lichtstralen
Afgemeten en gericht
naar het doelwit
Als een snijdend
mes doorheen boter
2018
Prioriteiten
Dit, dat,
altijd wat
In de veelheid
aan dingen die gedaan moeten worden
strooi ik mezelf uit
Over de eindeloze oceaan
Loop ik alsmaar verder zonder stroom,
sta ik fluitend onder stoom
2024
Zeezicht
Ontbonden
tot de deining
van trillende lippen
Van neusvleugels
tot duinen vol wit zand,
van ogen tot wolken
wispelturig in de lucht,
van oren tot schelpen
doorheen weeën van water
2017
Klok
2019
Motor
Omsloten
door kooien en buizen
Mensen,
verscheurd
in de onmogelijke voltrekking
van een intens begeren
Het rusteloze harnas
met deuken
Soms donker en eenzaam,
naar een verlammend keurslijf
verbogen
Dan weer glanzend
en boordevol energie bruisend,
brullend,
als een krachtige motor
van de reflectie:
‘Vooruitgang!’
2018
Eiland
Blauwe indrukken op haar polsen,
kijkt zij steeds op de klok en ziet ze
hoe tijd tergend traag voorbij glijdt
Met elke stap de pijn,
probeert ze haar hinken te verbergen
maar zoekt ze
haastig in het rond
Tevergeefs
altijd alleen tussen de mensen,
omringd door vrienden
op het eiland waarop ze beeft
2015
De mens weer stad
Potloodstrepen
strak over het gladde wegdek,
tragere voorspellingen van de scherpte
Focus
Riante huizen als kijkdozen,
een laatste foto
schietend,
kanonnen met hun kartonnen wanden
doorheen nevel
Tot gediplomeerde bloemkool
van de eerste dag
Jetlag
Ik zie
Kleinkinderen
over vuilbakstranden,
de mens weer stad
2019
Tsunami
Ieder stap voorwaarts
loopt in meerdere richtingen
In de avond
en daar voorbij
Dromen tot stof,
iedere werkelijkheid
een andere waan,
een steenworp
op dit strand van vele stranden
Rollende...
golven
2021
Hof
In dit station nog vormeloos,
dwaalt u verder af,
mijn beste vriend
Als wachter
over ondoorgrondelijke wegen
Waakhond van de ziel
2018
Knieval
Uit de meest sensuele sluiers
werd zij afgegoten,
als een warme winter
op de tongen gesmolten
Het kwetsbaar vlies,
in een amber dat
het oneindige blauw kust
Eens spon zij
als een kristallen web
in glinsteringen tussen de groeven
Nu taant zij,
onder wallen geschapen,
als een echo van de oorsprong
Smeulend en sissend,
na de wereldverbranding
2018
Oertijd
Onder gebroken uurwerken
vloeien de zeeën,
waar betekenissen weer in het wilde water spelen,
het absurde eindelijk haar eigenwaarde hervindt
dankzij de plotse overvloed aan het onverwachte
Nu de gestroomlijnde richtingen
verdwenen zijn,
hun koude harnassen zwijgend in het drijfzand
Nu de verstikkende handgreep gelost is,
weg van de machtige machine
die naar beneden verdrukt
Nu de kennis,
het onzekere deken van één werkelijkheid,
niet meer als heilig beschouwd wordt
Kunnen wij
met het oog naar binnen kijken,
als een kind, eerlijk en zich telkens verwonderend,
het vuur herontdekken
2019
Overmaat
Broos na herhaaldelijke inslagen zonder verweer
ligt deze huid braak onder het vergrootglas,
dankbaar vol kraters gedeukt,
door breuken bevredigt,
met daaronder de gesprongen snaren
als wegen naar mogelijk herstel
Want wanneer seconden jaren duren
en het schijnbaar kleine een olifant wordt,
hult het zware lichaam zich in levenslood
als een voertuig voor het verbinden,
als de menner over zijn twee paarden gebiedend,
uitnodigend uitgeput en weer opgeladen
verrijzend in een veldslag tussen
denken, willen, voelen, verlangen
2020
Nihilist
Met uitgerolde spijkermatten
pleeg ik plezierig
de ene na de andere
materiële moordpartij,
plukken mijn vuile handen
het ‘ik’ van alle veren kaal,
pijnlijk afgebroken
tot de abstracte kern
schop ik de schenen
van externe, autoritaire bewinden
met stalen tippen blauw
En zo trek ik de kabels eruit:
zodat de televisie niet langer werkt
en ik het eigen script schrijven kan
En zo verwissel ik
de ene illusie voor de andere
2022
Gedaanteverwisselingen
Weeskinderen
van de eigen voetstappen,
gestripte karikaturen
met uitdrukkingen even los als zand,
als een koele bries over zomerse boulevards
spoelen zij aan
onder sterren
die zachtjes gestrooit worden
Een ballingschap
tegen de branding vol weemoed,
middenin het getrek van zoveel partijen
drijft het zwaard
hen telkens af naar de troon
van richtingloos sturen,
van onnoemelijke liefde
2017
Piramide
De geliefde bouwmethode:
ik
wij wij wij
jij jij jij jij jij jij jij jij jij
jullie jullie jullie jullie jullie jullie jullie
zij zij zij zij zij zij zij zij zij zij zij zij zij zij zij zij zij
2018
‘Probleempje’
Wanneer horen zij
tot het verleden:
deze blauwe oases,
deze groene kathedralen?
In de transformatie van
‘levende netwerken tot dode grondstoffen’
Plundering
Uitstoot
Het eindige
onbegrensd uitgebuit,
tot museumstukken
voor toekomstige generaties,
in een handleiding
van algemene zelfdestructie,
slechts het vuil
onder onze vingernagels
Wanneer horen zij
tot het verleden:
deze blauwe oases,
deze groene kathedralen?
2020
Afstandslopers
Zullen wij
in oceanen verdwalen,
de overwoekerde werelddelen omzwerven
Wanneer wij
niet meer herkennen
wat wij geworden zijn
2017
Zonder afronding
In kamers onaangeroerd
Afgesloten van
de menselijke kneveling
Meubelstukken onder witte lakens,
een luster boven het verhulde land,
de trage veroudering omarmend
met nevelringen van stof
Een tijdcapsule,
die deels bewaart en deels vervaagt
Waarin het materiële
tegenover het oorspronkelijke gewicht
op de waardenschaal stijgt en daalt,
maar een scherf van de ziel
met de bewoners voorgoed verdwenen is
In metamorfoses van
Vroeger en nu
Binnen en buiten
Subject en object
2018
Complottheorieën
Op net omgeploegde gronden
zaaien ze verwarring
Spuwen ze vuur tegen het ‘onkruid’
dat niet wenselijk is
Verdelgen ze met verzinsels
planten die de vooropgestelde oogst bedreigen
2022
Mesmeris
Het versleten metselwerk
tussen de
bakstenen
Lagen van
vervelde huid,
grijs uitgewassen,
waar het gebogen aluminium
zichzelf tot de zachtheid
snijdt en schittert
In herinnerigen gedompeld
kijk ik doorheen het
halfdoorschijnende gordijn,
dat steeds voor de ogen hangt,
reis ik op autosnelwegen
langsheen slapende reuzen
2024
Encyclopedie
Kortstondig
over de daken
Tippelend,
met flitsen
de schimmen
in zwart op wit
Een lichtgewicht,
als een waaier in de wind
Zo verloren,
in hun afbakening
vol zingeving
2019
Zonder overschildering
Een figuur in vensters vol rook,
uitzinnig tot de dichte walmen
waarin hij oplost en met vluchtig voorkomen
van wereld tot wereld stottert
Als een onberekenbaar kind
Is hij ongrijpbaar in
zijn hunkering naar het onbekende
Stuurt de roeping
hem verder naar hevige turbulentie
en zijn huis naar een oorlogvoerend complex,
breekbaar en instabiel
Een ontginning van de geest
tot de hoekstenen
volledig weggeblazen zijn
Tenslotte wervelt de gedaante
enkel nog panisch
rondom een constante voltrekking
van de hysterie
Want doorheen de waas vol informatie
en de opgelopen averij
ziet hij uiteindelijk steeds zichzelf
zonder overschildering,
een schrikbeeld dat hij
niet weet te ontvluchten
2017
De dagelijkse greep die mij de keel toeknijpt
'Leven is liefde, en leven is geven', zei men eens,
we zijn allemaal toch broeders, weet je wel,
mensen van vlees en bloed op zoek naar zin
Maar op de televisie zie ik vaak enkel het nemen,
intolerantie, weer een moord,
weer plunderingen en aanslagen,
weer dorpen tot op het bot weggevaagd
'Wat is er toch mis met ons?',
vraag ik me dan af,
dat mensen zo ver dwalen dat
elkaars vernietiging
de oplossing wordt
De afschuw,
de haat die enkel tot meer haat leidt,
de besmettelijke blindheid die kinderen ouderloos laat
en rouwstoeten aanspoort,
doen me telkens twijfelen
'Is rust een illusie die we koesteren,
en chaos de realiteit die we vrezen?'
2015
De banneling
Vanbinnen overspoelden
tsunami’s van tranen
zijn godvergeten ziel,
hij was slechts
een schaduw in de nacht,
een vreemdeling
waar niemand ooit aan dacht
Verstoten doolde hij
over de dorre vlakten van zijn hart,
zoekend naar een hand
die hem uit de afgrond zou trekken,
één hand die de zijne zou raken
en hem uit al deze nachtmerries zou doen ontwaken
Hij wachtte en wachtte,
terwijl vuurstormen
al het leven in hem verschroeiden
2012
Voorbij de stranden van Europa
Geen warmte
tussen het stro,
over deze nachtbrakende
straten
naamloos
in de herinnering
Kille leuzen
vanaf hoge bergtoppen:
het ruizen
van een trauma,
de onophoudelijke lawine
kraakhelder
Voorgoed
Onder water
voorbij
de stranden van Europa
2020
Stropdas
Vloeiende triomfbogen
Uit eroderend metaal
en doorheen verwaterde wildernissen
waar coyotes huilen
in een glazig gesteente
Als een radio
die in verscholen vrachten
enkel nog ruis uitstoot,
liggen compartimenten van ons wezen
diffuus onder opgedroogde treinsporen,
met de armaturen wankel,
als kapstokken voor het lood,
een stropdas rond de nek
Schelpen,
in windels bijeen
2018
Eens
Zinkende schepen
Verneveld in schokgolven
sleept de rokende adem slopend
over uitstrekkende duinen,
de oude dorpsmarkten
waar eens het middelpunt was
Langsheen ijsbergen,
als een smeulend brandmerk
tegen het asfalt gedeukt
kalibreert de koude stuiptrekking
van deze nacht zich
in het sap
van afgeknakte bloemen
Gevallen ,
rond rottende vruchten
vreet het aroma
van afbrokkelende dromen,
weerkaatst en onbeantwoord,
naar de erosie
van opwellende emotie
2022
1895
Als goochelaar verleidt de heer het volk tot geschater
iedereen kijkt vol teugen naar het in scéne gezette theater
waarin de uitgemergelde lichamen in hoogste hongersnood
van miljoenen gevangenen, werkend tot aan de dood
zijn versnipperd tot kleine stukjes geklaag
Zo overwint luid gejuich elke kritische vraag
Voor de rubber, het almachtig witte goud
ruilt de koning zijn hart voor rottend hout
2013
Magma
Tussen wiegende bomen
wegen de sterren licht
In afwachting
Van een stotterende stortbui
verfijnen vogels
tot strepen,
verstrengelen telefoonlijnen
uit verveling
Wonden stillend
Schijnt in koplampen
rimpelend water:
de vruchtbaarheid
van vernieling
2023
Trampoline
Ondeugende sprongen
verschuivend in veerkracht
Opwaarts
Tot het aardoppervlak lost
en de contactloze rimpelingen
uitdijen
Eindelijk
Zijn alle materiële
banaliteiten vergeten
2017
Monochroom
Piraten,
over intergalactische snelwegen
cirkelend, diesel sproeiend
Achtervolgers
in de stank van verhit rubber,
asfaltregens in vergiet
Hegemonie van het wegencasino,
in open vensters
eentonig en grijs
Monochroom
deze monopolie
2016
Forever wars
Dansend dier,
eindig kloppend hart,
in ijle atmosfeer
uw gedoornde dromen,
uw zwartwitte schakeringen,
een koude ster op de dool
Over uw voetsporen
glanst het gele vernis
en blauwe plekken
ontkleuren uw stenen gezicht,
in iedere richting snijden de kreuken
tot uw gemoed een zwart gat is,
het licht absorberend,
het geheel uit elkaar scheurend
Middenin
het glas van gebroken gedichten
Uw lichaam,
in netten bevangen
Uw huis,
met baksteen vol barsten
2020
Benauwd
Kan er ooits iets verder gaan
dan deze beklemmende controle
Wanneer wij eeuwig in systemen vervat zitten,
omdat wij, mensen, zelf systemen zijn
en hetgeen wat aan de menselijke ervaring
ontsnapt voor ons onzichtbaar blijft
Totdat het door een systeem geregistreerd wordt
En zo zelf
een systeem
zal voorstellen
2018
Slaapstand
Omhoog
gekatapulteerde blikken
‘Richting
uit deze routine,
een afslag die van deze snelweg wegleidt,
een wijzer die niet op ieder uur wijst’
Tik tak, tik tak,
cruise control
Een verlangend kijken in ramen die etaleren,
wat te kopen, wat te dragen,
op welke paden te wagen:
Waarheen, wachtenden,
op veranderingen die maar niet komen?
2022
Bunker
Betonnen barricades,
afscherming van de buitenwereld
Dit nieuwe geloof,
met in haar gebedshuizen
zilveren altaren en kroonjuwelen voor het zelfportret,
met haar ceremonie in het teken van snelle suikers:
De pronkende processies
doorheen openbare sferen
voor het snoepgoed en het sensationele,
waarbij de zelfbevrediging
in kortstondige opeenvolgingen
Centraal staat
2018
Pallas Athena
Uit elkaar
geduwde eilanden
Haar ogen,
onbewoond achter sluiers
en nauwkeurig als een uurwerk,
strijkend, met gelijkmatige
streling over de rondingen,
scherp, haar lans
doorheen de lussen
De golven tot
een rimpelloos meer
2020
Avondzon
Het altaar
van de verbeelding
Muziek
die in ons
de avondzon troost
2017
Wurggreep
Te pletter
in het detail
doordraaiend
dirigeert de dolleman
zichzelf in trage,
zelfdestructieve dansen
Verwaarloosd,
in de verwatering
naar een eenzame opsluiting
Vervloekt hij vanbinnen
zijn eigen schaduwen
die hij panisch achtervolgt,
verbrandt zijn intense focus
de brug tot verbinden,
tekent zijn obsessie
met het krijt de klif af
om er nadien in te springen
Iedere keer weer
wat dieper neer
2022
Uitvoer
Broos lichaam,
uitgewist door krassen,
verkrampt binnenin het kostuum
dat met plukken plaaster aaneenhangt
Als een ebbende zucht in kille gootstenen
is zij een reservoir van duizenden jaren,
waar trechters snakken
naar wol omheen de vertakkingen
Een heling van de kortsluiting
2018
Ontvang
Glimmend,
de gietijzeren duinen
die het zachte en gevoelige doorbreken,
met strenge platen doorheen de draperingen
en spijkers in haar weekste weilanden
Gladgestreken,
tot het smeltend schoeisel
en onbemind in het onbeslapen bed,
is zij welwillend
Klaar,
voor nieuw teer in de longen,
het ruwe ritme van de regeneratie
2018
Ouderdom
Met de jaren
worden de dromen
die we eens hadden
Langzaam opgeborgen
Omdat het niet liep
zoals we verwacht hadden
Omdat we onszelf tegenhielden
uit de angst om niet geliefd te zijn
Ademnood
Zwemmen we
tegen de stroming,
voelen we aan de golven
hoe ook het verval zichtbaar wordt,
in spiegels die reflecteren...
...hoe wij onvermijdelijk
samen met de omgeving veranderen
‘Waar is het,
dat wij ‘echt’ kunnen zijn?’
Wentelt het antwoord
in de kunst om
na hoog vliegen
tot onszelf terug te keren,
naar de acceptatie
te kunnen verliezen
wat kostbaar is
Want daar is het
dat we ‘echt’ kunnen zijn
2024
Observatorium
Wat men weg wilt gooien,
maar niet verbergen kan
Ochtendhumeur,
een huis in het water,
de charme van zwarte bloesem
op verbrande aarde,
een trofee aan de muur,
orkaankracht
in uitgedragen glorie
Voor het krommend zwaard
en onder lagen mooipraat,
beiden bot door overgebruik,
brullen racewagens in lussen
over abstracte vlaktes,
verschroeien zij
met lawaai en uitstoot
dieper, de gleuven
in dit fronsend voorhoofd
2021
Faalfuif
Vol zomers zelfbeklag
vlucht ik als een idioot
weg van wat ik wil
Doorheen de hoeken,
op naar
mijn toren
Vlucht,
vergrendel,
veilige vaarder,
tussen verstarde deuntjes
in de stratosfeer
verloren
Als koning
van de kersen
op een ingestorte taart
Is het smullen
2019
Mensheid
In eerbare twijfel
en doorheen noodzakelijke fouten
Trekken wij
met losse pols
onze lijnen
2017
Moraalridder
Met het
glitterpak aan
Trots
paradeert hij
ingepakt
op het paard,
dat met goud volgeladen is,
dat onder al het gewicht
dreigt te bezwijken
Opgetut
trekt hij het
hele land rond,
gewapend met een enge blik
op wat ‘juist’ is,
zich in het harnas
telkens afschermend
wanneer de buitenwereld niet
met ‘deze visie’ strookt
En...
Daar gaat hij,
Oh Rechtvaardige
Daar staat hij,
boven alles en iedereen
2022
Hondsdolheid
Rijen ijzer, met platen van staal
en tanden die witheet vloeken
terwijl zij rijten doorheen de opengehaalde handen,
en het vlees, smeulend op dit altaar
Geïsoleerd in de diepten leven zij,
deze poppen in teer en roet,
met hun bouwvallige gedaanten
achter draad en stilzwijgen
Tussen hun gebogen rompen
klinken de hamerslagen,
in hun aangevreten vodden sluimeren
echoënde trillingen,
het nietige ruis dat vervaagt
Als wezen van het menszijn,
als schepsels in dienst van meedogenloze honden,
blaffend en kwijlend
Als wezen slurpen ze
van de zwarte melk,
met hun kameraden reeds
op stapels uitgeput,
neergestort in hun nalatenschap
2016
Emmers
Zilveren vinnen in het nachtlandschap,
gekerft
Tussen papieren wanden
het waaien van de stemmen
Stralend, verlatend
2019
Monoliet
Laatste gedachte,
in het gerafelde gesteente gebeiteld,
met iedere inslag de longen vol roest,
haar schilfers van de doodsangst
opstuivend waar de ramen gebroken zijn
en de oude banden lek gestoken
Tot in huiskamers
het tafelkleed als lijkwade
Erosie,
dunne laag
die in wantrouwen woelt,
onder glans van zwarte schepen
donkere schoorstenen de ziel verkleurend
2016
Wolken
Onder dit tijdloos genieten
dansen wij lichtvoetig
naast de maat
en zweven wij in intense stilte
Weg
ontvoert de spanning ons
langzaam
tot de naakte broosheid
In de verstuiving
van een uitdijende eenwording
Tijdens het summum
van vele uitbarstingen
Naderen wij elkaar
En vervliegen wij
samen
2017
Herdenkingsmonument
Eindeloos opnieuw arrangerend
in hetzelfde panische vereren
Dol dansen de ingewijden
rond zwartgeblakerde, rokende stompen,
de oude tekeningen interpreterend
die zij maniakaal in de
weke, vervaagde schors menen te lezen,
en imiteren zij roekeloos de bewegingen
van verkoolde, afgebroken takken
om zo enige richting te bepalen,
stampen zij gefrustreerd
op de gebarsten aarde
in de hoop de wolken te breken,
terwijl ze hun banners wanhopig de lucht in steken,
dragen hun lichamen met overgave
de opgespelde eretekens,
bestuderen hun bevelhebbers
herhalend de ‘juiste’ versie van het verleden
naar steeds meer chaotisch wordende choreografieën
Maar de werkelijke betekenis blijft hen bijster:
‘Het mirakel’ voltrekt
zich niet langer
en toch salueren zij standvastig
aan de code,
terwijl hun samenhang
met het wordende woestijnlandschap langzaam opdroogt
tot zij in het zand uiteenvallen,
omdat er voor deze verscheurde bladzijden
niet langer lijm bestaat
2022
Duel
Ridders
ademloos
tussen de dauw
Na het steekspel
van geest en lichaam
verzonken
Virtuoos in
de vernieling
2018
Bloedsteen
As, zwarte mantel,
kerkers met creaturen
van een eindeloze nacht,
van verweerde gezichten
die hun eigenaar in het stof
ontgroeien
Handen vol blaren,
het zweet in slurpende modder,
het donkere gesteente
onder invallende gewelven
Enkel zichzelf
tasten de ogen
Uitgesteld
ontdenkt slaap
de bijkomstige gedachte
Proeven
gebarsten lippen
het hongerloon
van kinderen die
over dichtgeslibde renbanen kruipen
2017
Eraserheads
Stralend
vliegen de grootverdieners
over weidse, frisse bloemvelden
die hun weelderige tuinen bedekken
Hier wonen zij,
in de prachtige straten
van hun kleingeestige eilandstaten
waar zij het middelpunt moeten zijn,
met verzorgde facades
waarachter een groter krot schuilgaat,
waarbij het fundament op instorten staat,
de lekken maar al te vaak
met tijdelijke reparaties gedicht worden
Want met grote vleugelspanwijdte
verbergen ze de kille winters
die tegen hun ingesneeuwde paleispoorten duwen,
vol afkeer overschaduwen ze
de haastige aan elkaar gestikte poppen
waarvan de stof scheurende is
omdat de instabiele kern
vanuit verschillende uithoeken
uit elkaar getrokken wordt,
afgeleefd, opgebruikt
Zelfingenomen
tentoonstellen zij hun veren
aan allen in dwingende neonletters:
‘It’s all good, just be happy’
Verspreiden ze
zelfgenoegzaam hun overdadige parfum,
die de stank van etter
tracht te verhullen
Overal overval,
van dezelfde beloftevolle, holle slogans
die de wereld gaan ‘verbeteren’
2023
Als dag en nacht
Als dag en nacht
onder de fonteinen van vreemde creaturen,
waar rillingen van ongebouwde steden
en tempels vol schatten ons naar kinderlijke verwondering stuwen
Onbezonnen baden onze lichamen in het onmogelijk landschap,
waar het heerlijk vertoeven kan zijn,
maar waar we soms, tot onze eigen afkeer,
weer over diezelfde heuvels lopen,
ernstig en vol diepliggende wonden
die opengehaald worden
Op de achtbaan worden we telkens geworpen,
als een zeil in woeste wervelwind,
het gekarteld blad dat van het kruin naar beneden dwarrelt
En nieuwsgierig maar nerveus glippen we door deuren
die zich openen en sluiten
2017
Schipbreuk
Kwetsbaar getooid
met lichtblauwe wendingen,
glazen ogen indringend
boven ingevallen jukbeenderen
die tot regenwolken overlopen
Ach, over deze ijsvlakte
zwerft de ademhaling
zwaarwegend in grauwe mantel,
met ontvleesde ribbenkast,
en de kluwen stroef
tot een zwanenzang
Want onder het reine plateau
van hardleerse eenvoud
weerklinkt het sardonisch gelach,
van veroveraars die elkaar in ruzie treden,
als prelude voor de schipbreuk
2017
Ego, het akkoord in a, b en de rest is c
Silhouetten in vlekkeloos wit,
massa, een formatie de trappen op,
het gehijg, de nekharen in een bad van vloeibaar goud,
hier draaien de dames in het rond, tollen ze gretig
door het open deur naar buiten,
weg, zwevende complexen
omgeven door tralies, zie ze vliegen
in hun fluwelen schoentjes over de bergen
en daar voorbij,
met hun prachtig geconstrueerde glimlach,
het expressief kleurenpallet op hun plastieken gezicht,
de dons, de overdaad
2015
Stamboom
Vertakkingen van wortels,
uit verleden en heden
De knopen van overdracht,
waarvan de bladeren reeds verkleurd
buiten onze macht liggen
Fons et origo
Voor ons rest enkel de keuze
van de verderzetting
Van het sap,
dat leven geeft
Of van het kruin,
waar de groei eindigt
2018
La La Land
2023
Zorgeloos roos
Verheffend
in de liefkozing van mijn ziel
weerklinkt de waanzin
die binnenkomt,
die de lagen eelt
van mijn huid schraapt,
tot zorgeloos roos
glad schuurt en strijkt,
de bewolkte hemel
in verfijnde stukken breekt,
in een zucht
van de verrukkelijke verlichting
de verwijding weeft
Eens droeg ik
het loodzware harnas...
...nu,
een zomers kleedje.
2020
Shelter
Footsteps growing,
the door opens
Would you feed me when I’m hungry?
Would you hug me when I’m sad?
Would give me a smile?
And would you talk to me once in a while?
Would you treasure me?
Would you love me?
Would you take me home?
The door closes,
footsteps fading
2015
Vernissage
Na lang twijfelen
de hoest
van haar ijzige
longen schrapend,
hijst zij zichzelf
weer op
Halfstok
Een zwalpende blik
die voorbij haar angsten
aan de oevers reikt,
snijdt zij het koord door
zonder dat
er houvast is
Entropie
Los, vrijgevochten
in het hoge gras
dwalen haar onderdanen
langs de eeuwen heen,
en graaft zij in
de uithoeken
het spoor weer
bijster
2024
Encryptie
Vingertoppen wadend over water,
waarbij de vloeistof met trillingen
in een zone zonder einde uitdijt
en zo de vergaarde kennis langzaam
weer troebel maakt
Het is tegelijkertijd
spannend en ontnuchterend te merken
dat hoe verder men in het water reikt
des te kleiner de kans wordt
dat de bodem bereikbaar zal blijken
2018
In parelmoer
Speelgoedsteden,
het landschap losgelaten
Over rivieren
in vrijzinnige rechtmatigheid
Blauw,
de zon spreekt
Zweefvliegtuigen
in parelmoer
2017
Porselein
Als
miniaturen van porselein,
in gisteren gekleed
Als
smeulende bomen,
in de schemer
van eigen weerspiegelingen
Mensen
Zij staan steeds weer
door het ogenblik ontworteld
Zij verhullen
samen met anderen
onvermijdelijke leegte
2019
Scrol, swipe, like
Glazen rechthoek,
vingerstreken,
nieuwe realiteiten waarbinnen wij onszelf
veilig opbergen, verstoppen, vernieuwen,
verstrikken en verstikken
Rechthoek die mijn aandacht opeist,
het digitale kader als
een comfortabel hekkenwerk,
een gouden kooi,
met onze mooie maskers in het online theater
het breekbare ego verbergend
Veldslag,
verslaving,
scrol, swipe, like
Smooth sailing,
voor ieder probleem applicaties
op de rechthoek die mijn aandacht opeist
Windrichtingen,
in een klik een veelheid aan informatie
die dan weer verdraait,
op de rechthoek die mijn aandacht opeist
Veldslag,
verslaving,
scrol, swipe, like
Het valse gevoel van vrijheid
in de digitalisering die het tastbare tenietdoet,
tot kennis en polarisatie
door logaritmes die ons bepalen,
door de bedrijven die zich
in duizeligmakende spiralen
met onze data laten betalen
Veldslag,
verslaving,
scrol, swipe, like
2021-2022
Expansie
De nacht,
vredig in een stervende horizon
die met het dalen van de duisternis
in het hemeltapijt uitgerold wordt,
machtig fonkelend,
door expansie
uit iedere ademnood
Voor even
ontheven
2019
Drive-in
Op zwartgeschilderd breedbeeld,
een gedaante in de projectie
tot pixel verwilderd,
tussen tabbladen doorheen de jungle
als prijsvogel opgejaagd,
woelig wordt zij in
het binaire bestaan bewogen,
leeggelopen als een kopie zonder eigen gezicht,
aan een touwtje terwijl de anonieme massa
haar met muisklikken bestookt,
haar op iedere imperfectie terechtwijst
Middenin het vluchtige, virtuele drama,
waarbij iedere opmerking een mogelijk afstandswapen wordt,
er in het netwerk geen ontkomen aan lijkt,
zijn het de elektronische stembanden
die snerpend blijven sturen:
‘Zij’ is ‘Het’
2021
Ontluiken
Voel de gloed
Het pril ontstaan,
aarzelend, aftastend,
eerlijk
Om erna
te ontbranden
in allesverslindende furie
Ongeremd
Naar sensuele ontknoping
varen de schepen
hoger
Oplaaiend,
als een vlam
tussen twee geliefden
2017
Doodgesproken
Bont en blauw
werd je geslagen,
tot het gepijnigd lichaam al die
stekende woorden niet meer kon verdragen,
met messen sneden ze door je keel
en lieten ze niets meer van je heel
Je begaf je in het water
om nooit meer terug te keren,
wanneer zullen deze beesten
het eindelijk eens leren
2013
Walking dinner
Zo trouw en blij,
die dierbaarste vriend aan zijn zij,
een schattige blik vertolkt,
in de zachte pels bewolkt
Uitgelaten,
door parken en over straten,
spenderen zij zonnig de zondag,
het baasje met hartelijk gelach
en zijn kwispelende kompaan
door het wandelen en spel voldaan
Zijn zij
daarbij tot de avondschemer vrij,
verlost van iedere geestesruis
trekken zij wederom naar huis
Daar,
ontheven uit de leiband,
de viervoeter in zijn mand
En daar,
genietend van een glaasje,
zet het gelukkige baasje
zich aan de maaltijd,
met het mes dat in de sappige biefstuk snijdt
En hij kwaakt:
‘Wel, hmm, dat smaakt!’
Dames en heren,
zie nu toch hoe cynisch wij regeren,
in licht van dit selectief objectiveren
2021
Droom de dag
Door het raam
in velden vol Arabische jasmijn,
olifanten van fruit
en muizen van marsepein
Door het raam
langs oevers van het zilveren woud,
tussen stille bergen muzieknoten van goud
Door het raam
onder verdoken striemen van licht,
m’n eigen weerspiegeling
en het gezicht van een nieuw gedicht
2012
Nachtjapon
Dicht en stekelig struikgewas,
aangenaam prikkend
Lippen van bladgoud,
luipaard over zeeën schijnend
Knieval
boven bloemen,
treden van de tempel
Een offergave
in hard edelsteen gedrukt
Uit mistbanken
haar wentelend lichaam,
zacht als zoete honing,
smeltend
in dim ochtendlicht
2021
Heiligdom
Van groene stoppelbaarden
naar hogere atmosferen,
dit ondeugend orgelpunt
onder heldere stem
Dirigeert het orakel
haar koor van de kosmos
in profetische visioenen
Schikt zij de onmetelijkheid
waarin betekenis onbestemd blijft
tot cultus
Haar heiligdom is heerschap,
meesteres van de magiër
2017
Verzoening
‘Scheppen’
Het doen ontstaan van zin
die de onzin bevestigt
2019
Voetbalveld
2016
W is V is
Met iedere windstoot
voortdurend veranderlijk,
als wilde tekeningen
in het zand
klinken overgroeide gedachten
als vergezichten op muziek
die geen ritme weet te behouden
W is V is
Zo ook is
het dwaallicht
de enige richtinggever
op mijn naaldloos kompas
Zo ook is
dit huis migrerend
2024
Honger
Krakend, krult het fluweel
zich om oude boomschors,
sleept het
de purperen mantel
achter zich aan,
zoekt het in gouden schoorstenen,
kapt het met een houweel
doorheen diamanten dromen,
naar iets
dat waardevoller is
2023
Transparant
Binnenstebuiten
Aan het woord:
de ziel ontbloot
onder neerdalende vensters
waar zij snakt naar het medicijn,
een verlichting door vertedering
Dus, open u, zware luifels,
en sta haar toch toe
in het ultramarijn
Want enkel daar,
middenin de diepblauwe resonantie,
vindt zij voor even de verloren verbindingen
en kan zij weer ademen
En daar,
als alchemist van de sulfer,
gaat zij op in transcendentie,
zegt zij
de vervuiling
eindelijk vaarwel
2019
Ochtendzicht
Krijtrotsen in sereen wit
Op hooglanden
met galopperende trillingen
Echo’s
van zuiver water
Mist
als zilver
over de duinen
Bloesem
in lusters
rondom de nerven
2017
Rotondes
2018
De vleugels van mijn straaljager
Sluit en red mij,
lieve vriend
Van de doolhoven
in mijn slapeloosheid
verdrukt
Compleet losgeslagen
als renpaarden in neurotisch gezoen
wikkelt dit getimmerd bouwsel
mij tot de uithollende nachten
waarin ik voel hoe alles op me neerstort
De vleugels van mijn straaljager
janken
Het gekrijs van vele violen
tot ik in het oog van de storm
even tot de stilte herboren wordt
Zo klinkt de vergankelijkheid
Want geduldig wacht zij,
de sluimerende spin
Zie ik haar vettig lijf
en harige poten
mij weer inhalen
2017
Robots
Rijen,
een leger
bleek en opgebruikt,
herhaalt zichzelf in series handelingen
achter kilometersdikke muren
Hun afgetakelde armen
produceren
het vanzelfsprekende goedkoop en snel,
fabriceren de cijfers en tekens
waar zij zelf ook deel van uitmaken
Hier, achter die kilometersdikke muren,
gaan zij door,
uitgebuit en eenzaam,
zonder weinig hoop op
enige keuze
Gaan zij door,
gereduceerd en oververmoeid,
afgesloten van verlangens en dromen
in een verstikkende routine
Gaan zij door,
vaak niet voor zichzelf maar voor anderen,
tot ze haperen,
of kortsluiten en uiteindelijk stilvallen,
soms voorgoed
“Maar het geeft niet”,
klinkt het,
want ze zijn slechts ‘units’,
gemakkelijk vervangbaar,
goedkoop en haast onzichtbaar
‘Lang leve de productie!’
2015
Persephone
Stortregens,
van donkere lippenstift
mij doorborend en verlammend,
aan eeuwige vijvers van je ogen
Persephone,
raak mij aan,
met de sensatie van je warme stem
op mijn zintuigen
zwoel naar de ontdooiing
bemin ik vol hartstocht
de fleur van je ongerepte juwelen,
geef ik mij over aan
het overdadige dat je schenkt
Persephone,
in een feest dat het leven eert,
mijn verdriet verblindend
tot de koele bries
je weer mee zal nemen
Verlaat mij niet
2019
Recto Verso
Voorzichtig
loopt het water weer
tussen koude tegels
Graait een handschoen
langsheen het hekkenwerk
vol splinters
Drupt en smelt
de olie op heet ijzer
Verwarmt het zand zich
naar een helder lichaam van dun glas
Na de stilte
Boort het mes zich
met een kreet
door papier
2023
Alleenrecht
Enkel in onze gedachten
kunnen wij de natuur bedwingen
Zij ontsnapt ons
En toch
denken wij haar bezitter te zijn
Want wij plaatsen onszelf als middelpunt
terwijl zij het geheel beheerst
2018
SMO
Onverschillig is de verwoesting
waar eens bossen waren
waar eens huizen waren
waar eens mensen waren
Voor een versleten fantasie
van vergane keizerrijken,
voor een vertekende versie
van de geschiedenis
dreigt een land dat zich
tegen de ‘bevrijding’ verzet
compleet ‘opgekuist’ te worden
in de apathische machtshonger, het onverwerkte trauma,
door de leugens van een angstige, corrupte, oude man,
denkende dat hij en zijn clubje onaantastbaar zijn
Maar zijn gewelddadig plan
dat geen tegenstand duldt
zal nooit slagen:
Want het overduidelijke onrecht,
het vreselijke leed verenigt
tot een vastberadenheid die niet te overwinnen valt
En de man die eens hoopte serieus genomen te worden,
wordt op het slagveld belachelijk gemaakt,
ontpopt zich tot een eenzame, egoïstische paria
die zijn zielige personencultus boven
het welzijn van de eigen bevolking stelt,
die zijn tegenstanders ontmenselijkt
terwijl hij zichzelf als een monster
in luxueuze bunkers verbergt,
en zo eigenhandig de wereld een crisis induwt
Laat het duidelijk zijn:
de dictator die wilde overwinnen,
heeft zijn eigen einde ingeluid
2022
Obsessie
Op het netvlies gebrand
als een tatoeage
in immateriële inkt
Verzonken
Tot de ornamenten
van ‘wat had kunnen zijn’
naar een jukebox geëtaleerd
De cinemazalen waarin
langspeelfilms zichzelf
door herhaling verloren wanen
Op een schreeuwend scherm
uitvergroot
2018
Vervlucht
Hoor de treurende zwanen,
hun liederen onder de vleugels van ‘t avondlicht,
en hun gewelven vel over been,
dwalend als gebroken schaduwen over
geamputeerde woestijnen van ijzer,
doodser dan steen
Ze spreken met satijnen tongen
en ‘t gif in hun longen,
'er zal geen morgen zijn'
Aan de laatste horizon rollen
hun misvormde tranen
in meren vol verdriet,
want het kwaad, dat is geschied
2012
Machine
Eindeloze draaiingen
van tandwielen in revolutie,
van lopende banden in
aandoenlijke achtervolging
Op en neer pompt
het mechanisch hart
met grote precisie
Ademen de impulsen
in prachtige agressie
doorheen de vinyldraden
Met magistrale bezieling
handelen zij naar de bevrediging
van het doel
2017
Torpedo
Dierlijke bewegingen,
herhaaldelijk ineengestort,
krijsend achter de machinale apathie
van gesloten deuren
Onhoorbaar ondanks de aantallen,
omdat zij door meerdere rijen kooien verborgen zijn,
omdat zij geen herkenbare stem krijgen,
omdat zij zowel in het afzien als het einde
tot het eindresultaat afgestompt worden,
bedwongen als weerloze voorwerpen zonder recht,
in vormen voorverpakt,
overdadig geconsumeerd
De afstand,
het heilig instrument van de vernieling,
bewaarder van de barbarij,
rechter van doodstraf
2018
Terugdraaiklok
Tik, tik, tik
Tegen de ruiten
ruist het gebed
van een eenzame verleider
verzegeld
in de piramide
Haarscherp
in de achteruitkijkspiegel
stuwt een gemis
in nachtblauwe tinten
de opkomende zee
Onvermoeibaar
Op weg naar de vuurdoop
naar nieuw hout ruikend,
over de stoeprand
vallend
2024
Afgeborsteld
‘Wauw, machtig metaal!’,
Jij, man van oogstrelend staal,
die de eigen glansprestatie meet,
deze kleine planeet naar wellust ontkleedt,
haar in nieuwe vormen kneedt,
met een honger als onbegrensde kracht,
sinds heugenis ben jij het, de laatste die lacht,
zo betoverd door potentiële groei
duw je dit industrieel verhaal naar volle bloei
Maar, met welvaart voor een klein deel
roof je het verbonden geheel,
geef je aan een oeroude balans
geen al te grote kans,
ach, de dolgedraaide dans,
het status quo tot domino,
de remmen overboord,
in snelheid onverstoord
Alhoewel, hoop is er wel,
want onder dat dik pantser huist het zachte vel,
in essentie ben je een gevoelig wezen
dat eindelijk de gevolgen wenst te lezen
2020
Boogschieter
Sussende serenade
Van zwermen zwaluwen
langsheen uitgedoofde sterren,
de witte parels in het water
Trappelende furie
Van kuddes met
rillingen over elkaar,
de raakvlakken bijster,
uiteen in extremen
Middenin deze manieën
orchestreren orgels
een beklijvend muziekstuk
Voor verlangens vervlochten,
teder tentoongesteld
en nog steeds incompleet,
als een zilveren pijl zoekend,
als een snede in doordrongen donker
Het decor
bevallig doorbrekend
Hoopvol
onder het willekeurige lot
2018
Nomadenvolk
Het regent,
en druppels sijpelen binnen,
onophoudelijk, de input van beelden, woorden en producten,
een constante stroom die over ons heen walst en alles met zich meesleurt,
onze eigenheid, onze verlangens en onze dromen,
dreigen wij als levenloze poppen braaf
op dezelfde geplaveide weg te gaan
‘Wat blijft er nog over?’
Wij, reizigers van plaats tot plaats tot aan het absolute nulpunt,
liggen bevroren in onze essentie, omdat iedere zekerheid
gebombardeerd wordt onder aanhoudende stormen
die onze fundamenten omverblazen,
gesteisterd tasten wij in de duisternis terwijl het net ontdekte licht ons weer ontglipt,
versnipperd voelen we de ruines van onszelf
‘Wie zijn we nog? Wat zijn we nog?’
2015
Avondvuur
Olie, haar billen
een glanzend meer,
haar ronde borsten
een ontluikende bloesem
in de ronkende huid
van een virtuoos lichaam,
ligt haar heerschappij
met ontheemde remmingen,
als een steigerend paard
op de treden,
druppend,
smeltend
Choreografie tot de dans,
naakte, innige landschappen,
gegoten en ontketend
2014
Silly satellite
Een signaal
vanuit dit geblutste metalen omhulsel,
zwevend, als een stuiptrekking
over lege velden,
ruist zij over gepolijste stenen,
vallen de verlichte toortsen
op dit afgesleten bed
Stervende ster,
aan haar planeten
tentoongesteld
Blote voeten,
over bevroren water
beloften brekend
2022
Eigen koning
Lichtbasilieken boven gekarteld nachtlandschap,
gefluister van mechanische stromen in ons midden,
tussen neerdwarrelend stof en vluchtige silhoueten legt
het verflitsend glittertapijt een doolhof van lijnen,
een bombastisch bolwerk waarin felrode lippen de fles omhelzen,
opgepoetste schoenen en wiebelheupen elkaar gulzig verleiden
in de ban van het moment
Langs deze gestileerde gaanderijen van het hoge vertier
waar tweets en updates de realiteit verfraaien,
schitteren glasramen vol zwanen van plezier,
zwalpen zombies volgepompt op de rand van het bestaan,
balancerend en getekend door de wilde explosies hernieuwen
zij telkens de grenzen van de ruimte
Het is een maskerade in manische metamorfose,
een spel tussen eenzame zielen en de grauwe adem die ons smoort
2016
Patiënt zero
Onder
wolkbreuk
Contactloze ogen,
een stem
aan niemand gericht
Terugkaatsend
in het nietige,
de doffe schijn
over dit levend portret,
roemloos,
gevallen
In het afwezige
ben jij nog
Hier niet meer
2021
Vrouwe Vrijheid
Met een boodschap,
onderdrukt in vele talen,
wordt ze gekoesterd en begeerd
in de kerkers
van onze diepste zalen,
ze is een alchemist
van het echte goud,
een vriendin van rijk en arm,
een heldin voor jong en oud
Maar haar weg voert
soms onvoorstelbaar lang,
en al lijken onze offers van geen enkel belang,
de vele reizigers die naar haar zochten
en de talloze oorlogen die om haar werden uitgevochten,
bewijzen het tegendeel
Geniet dus oprecht wanneer je haar vindt,
zij is het mooiste geschenk,
een zorgzame moeder voor ieder kind
2013
Bubbelbarok
Tussen linnen lakens die
het gehuil van graafmachines
van inhoud beroven,
en waar schorpioensteken
niet kunnen raken,
wil ik geborgen zijn,
als een filmpersonage
spelend in de warmte
van de waan
Binnenin
de bubbelbarok
Ego, ergo echo.
2020
Transcedentie
Gebiedende trompetten,
snavels, snijvlakken,
van verklede vogels die zich in dynamische composities
uit het hullende riet ontkleden,
als supersonische speren tegen het serieuze scherend,
als een spotlicht, een nagelkras in de roze hemel gekerfd
De tedere penseelstreken van hun veren,
zich over strenge lijnen strooiend
tot grenzen en vlaggen vervagen
De stapstenen naar het vervliegen,
waarbij flatgebouwen in schakeringen herschikt worden,
van saaie gevels los
2018
Caleidoscoop
Krioel,
kristallen glaswerk,
boven romige wolken verfijnd,
gevoelig in je veranderende vormen
en tot poreus koraal gesculpteerd,
als een caleidoscoop waarin het licht
waardevolle verhalen weet te vertellen,
ben je veelkleurend en vrij
Een voorbeeld,
maar raadsel voor zij,
die je broederlijk
beminnen
2021
Vergrootglas
Theorieënstof,
gouddraad rond witte handschoenen,
dragers die het origineel steriliseren
en haar van onschuld
in context omkaderen
Binnen netwerken ligt
de oorsprong
niet langer naamloos
Tot een extase van de expertise
Zo wordt er gewonnen
Zo wordt er verloren
2021
Styx
Verkleurd en stokkend
Tussen schoonheid en waanzin
De stilstaande verstrooiing
De snaar in vertwijfeling
Het zwart voorbij het blauw
2016
Beterschap
In het huis,
de ramen dichtgespijkerd,
de deuren op slot
Verdoken
onder de zwaarte
van een gewonde geest
heb je jezelf volledig weggecijferd
Denk je dat niemand
het ooit zal begrijpen,
deze wereld
in haar meest sombere tonen
De tunnelvisie:
je verlamming
op een grimmige zee
Weerkaatsen je ijskreten
tegen stille wanden
en brullen je kraters
onzichtbaar
Jij,
getormenteerde kluizenaar
in dit spookhuis,
kan je niet meer buiten
de donkere hoeken om,
naar de schoonheid daarbuiten,
naar de oplossingen die er zijn
Want steeds weer schreeuwt
het duister beest in je achterhoofd:
“Ik ben het niet waard”,
“Het zijn mijn eigen problemen”
Door de ruis en de regen,
de donder van het dwalen
Middenin dit onweer
kan het zo moeilijk zijn
de opklaringen te zien
Dan denk je
‘als buitenstaander in deze wereld’
verloren te zijn,
omdat zoveel mensen rondom je
hun ware gevoelens verbergen,
achter de ‘perfectie’ waaraan
voldaan moet worden
en die ons tegenhoudt
Maar onder hen
zijn er die herkennen
wat jij meemaakt,
omdat zij zijn geweest
waar jij nu staat
Dus wees moedig
en open de luiken,
durf buiten te treden
en laat het horen
Ga,
al weegt iedere stap
onnoemelijk veel,
al duurt ze
langer dan voorzien
Ergens wacht op jouw
de warmte van andermans huis
waar de wonden zich zullen helen
En dan,
als de warmte eenmaal
hervonden is tot inzicht,
zal ook jij
anderen
kunnen helen
2017
Valavond
Verwilderde stormrammen
in liefelijk onderonsje,
ritmisch doorklieven
flitsende lichtbajonetten
de duister gestemde landerijen
Roerloos,
het aanzicht van stalen maskers
onder hevige meteorenregens,
in grijsheid verre graanvelden
tussen uitdovende stemmen
verwolken
door de verzen
van een leeglopende zandloper diep ontroerd
smaalt de vogelverschrikker in roes
Boven hem
ontkleedt de horizon zich
tot een mystieke hertekening
in oranje-roze
En met gevoelige sferen
reikt ze haar hand uit:
De verstikkende verstrengeling
van een explosie in intimiteit,
het onbeantwoord vaarwel
in iedere herinnering
2017
Poortwachters
Rondom de afgestompte stadswanden
cirkelen de bomen en de ‘beesten’,
het glanzende gesteente aftastend,
met hun bebloede karkassen
en uitpuilende ogen
zichzelf over de valstrikken
voortslepend,
in het vuil en het lawaai kwekend,
ongewenst, ongewild,
met tussenin de muren
als stelping voor het knagend geweten
waarmee wij
deze arme creaturen
vanop verre afstand tot vlagen vervagen,
vervloekt en vervreemd door hun lot
met ons manisch stilzwijgen verstrengeld en verzegeld,
in de achtergrond kwijnend
als bruikbare objecten voor de verkoling,
voor onze verering van het hebben
2021
Spreekbuis
Gewogen in woorden
wordt de werkelijkheid ontheemd
Want woorden nemen haar
in een prachtige mantel
intiem gevangen
en sturen haar naar
een individuele geschiedenis,
een streling die ogenblikkelijk weer
in verwarring vervliegt,
als een indruk
zich steeds door
vervorming vernieuwend
Wat gezegd is,
kan nooit meer gesproken worden
2019
Terugslag
Wat is ‘erbij horen’,
als de verschillen te groot zijn?
Om mee te gaan,
in verhalen waarin je niet gelooft?
Om jezelf aan te passen,
wanneer het voelt als zelfverloochening?
Om te praten,
als er niets gezegd wordt?
Om betekenis te zoeken,
in wat niet gevonden kan worden?
Om tegenstellingen te zien,
als zelfs zij gelijken zijn?
2018
Overgave
De wijn tussen het dwalen van elegante ellebogen,
de jonkvrouwen op het schip dat plezierig kapseist,
in grote vertrekken scanderen kille tegels
de lijnen van het gebarenspel
en vanop menig balkon weerklinken
bevallige lofzangen van de minnestreel
aan zijn muze
Begeesterd door een zweem
van parfums en krullende tenen
strelen de muren van de burcht
een in klimop verzwolgen
paradijs, overgeleverd
aan de onzin van het moment
2017
Galatea
Hoe zij het zwarte asfalt
openbreekt, met haar zachte fluwelen klauwen
de stalen vleugels spreidt,
omhoog in de betovering
dit landschap met haar vurige tong
op smaak brengt,
onder een scheppende gloed
het brood verslindt,
de vele winters
troost
2021
Nachtmerrie
Slaaploos scheuren schreeuwen zich door de ruimte,
weerkaatsen ze op de hoge muren waartussen ik mij bevind,
krullen ze over scherpe trappen die naar nergens leiden,
zwetend, hysterisch tollend val ik vele verdiepingen om weer op hetzelfde punt uit te komen
Scheefgetrokken gezichten,
het gewicht van de spiegel waarin mijn evenbeeld verschijnt,
zij drukken op mij:
mijn beenderen tot moes,
mijn lach slechts een snee van het mes
Nietig als ik ben, dienaar van de eigen ondergang,
sluimerend in de eigen meren,
het stinkend moeras waarin ik vastzit en zink,
de slurpende, koude modder,
“neem mij en ontwaak mij,
schep mij een betekenis in dit mijnenveld”
2015
Draaikolken
Beschrijf mij
in uw clusters
en gooi mij
van uw daken
Steeds meer
minnaar
van dit mimespel
In onbezonnen gekribbel
wil ik uw zondaar zijn
2017
Sleutelfiguren
Weerspiegel,
kijkend oog
Hoor onbevooroordeeld,
luisterend oor
Schenk de woorden waardevol,
medelevende mond
Reik uit in compassie,
helpende hand
Vorm samen
de sleutel
In kleine
gebaren geborgen
2018
Raketten
Een plattegrond op het beeldscherm,
het spel dat zij spelen als ridders van het recht,
hoog vliegend boven de wet
Vanop duizenden kilometers
De raketten hun redenaar,
het indrukken van de knop
Iedere inslag een mooie uitslag
2020
Utopia
Gymnasten van het grenzeloze,
als piloten voorbij een stamelende horizon
in luchtballonnen onbezonnen en vrij,
zetten zij
eigenzinnig koers
over deze kleurloze kathedralen
Dolen zij ontketend
als architecten van de wirwar
in zomerse zwoelheid,
tot het panorama
aan ongedefinieerde impressies
en jachtige montages
Weg
uit dit
kompasloos metropool
2016
Cassiopeia
Op zwartwitte tegels
ligt het touw
ongebonden
Ineengestort
tot weelderige waan
Druipt het kaarsvet
omheen de gave huid,
zichzelf verheffend,
als een waterlelie
opwaarts naar de bloei
Een schoonheid
Die verbleekt,
en die de toorn
van de vloed ontsteekt
Oh koningin,
met paarse mantel
uit fluweel
In een stoel
aan de hemel
gekluisterd
2018
Mucho Macho
Door en door
draaien luidsprekers
in versplinterde akkoorden
het waanzinnige rood tussen bomen
Schieten gebruikers
aan zelfisolatie verslaafd,
zichzelf tot de grootste afdruk
in oververhitte woestijnen,
hallucinerend over de troon
Opent het jachtseizoen
met tanden klemmend
op het snoepgoed braak
in stukken uiteen, verrot,
tot het pulp pretenderende
cirkelzagen
geschetst, verdeeld
Tegenover elkaar
als cowboy’s met hun kanonnen
de showdown nabij
Er hangt
rook in de lucht
Macho’s
Mucho,
Mucho Macho
2020
Walhalla
Blinkend parelmoer
op vleugels van schuimende champagne,
een metronoom
met zware wieken wiegend,
smeulend, de zwarte stof
die over haar koude
ribben suist,
geruisloze legioenen slepen
over kraters
de onmetelijkheid
tussen ons in
Onoverbrugbaar
Sluimert in ballingschap,
de kwetsbare nacht
die graast naar dauw,
stuwen klamme palmen
de laatste kus
dichterbij,
tragisch verzonken
in dit ijzig harnas
ontneemt de roest
haar naam en streling
Tot avondrood
Nevelend over hoge bergen
waar de noordenwind verstilt,
grift het ritueel
de poorten tussen
twee werelden op dool,
leiden verstomde voetsporen
zichzelf
voorbij,
sluieren de standbeelden
die verder varen
zichzelf
met echo’s
2016
Ruimtereiziger
Ruimtereizen,
naar elkaars lippen
in een zweverig zeilschip
vol tijdloze tederheid
Met de onbedwingbare
aantrekkingskracht
tussen twee sterke magneten
trillend van genot
In gracieuze gestes
onbegrensd
Als avonturiers
onbevangen
2018
Roesreligie
Voor het
gulle geloof
Aanbid de
waardevolle waan,
het edelmetaal
in haar rode en witte tonen
Met zweemzoete klanken
bezingt zij
de wangen vol kleur
en maakt zij
zowel het goede als het gif
van de tongen los:
In vino veritas
2020
Kosmos
Tot marmer
smelt de sneeuw
in koele duisternis
Zwenkt
een kalende lagune
over deze lege bodem
van de stormen
drinkend
Ebt
met het wankelend
tij der tijd
De laatste haven
onder versleten gordijnen
van sterrenstof
2016
Thuisloos
Splinters van licht,
het ondoordringbare fort
binnentredend
Middenin niemandsland,
een ruimte tussen werelden
waar het enkel de muren zijn
die luisteren en die begrijpen
Tollend en stollend,
als miniaturen tegenover reuzen
richtingloos, naar randen
scherp en onvoorspelbaar
Thuisloos, maar tastend
rond contouren van een toevlucht,
hoopvol in de wil
om verder te gaan
2018
Nasleep
Geruisloze gieren
Na alle geschillen
erodeert het bloed
in verstilling
Wat eens een bloemenveld was
ligt nu ontbonden,
verscheurd over stalen gedrochten
en brede grachten
Deze majestueuze overrompeling,
van aanvallen zonder compassie:
‘Hoe kan men opbouwen,
nadat zoveel verloren werd?’
‘Hoe kan men vergeten,
na wat men elkaar aangedaan heeft?’
2017
Nulpunt komma
Overhevelend puin
Het summum aan informatie,
als bruggen tussen verderf en opbouw
De gesimuleerde essentie,
waarin universums beslagen liggen,
inherent beperkt door
het menselijk perspectief
Kennis,
de blijvende illusie
van een vaste ondergrond
2018
Indoctrinatie
Blikken, één punt
gedachten, één golf
ideëen, één plan
Eén groot sprookje,
voor iedereen,
voor altijd
De kritische zielen,
de 'anderen',
verstillen systematisch
Weggevaagd
in één Utopia:
Eénheid
tegen diversiteit
Eénheid
tegen vrijheid
Eénheid
tegen waarheid
2015
Sentinel
Waai wild, zilveren ridder,
schijn vol licht het anker
schrijf zonden de laatste zon
in neon, insomnia
2016
Onbestemd
Escapades,
uitgestrekt en onbestemd
doorheen het razen
Wanneer woorden
mij ontleden,
zich in emoties kleden
Raak ik,
wat nooit te beschrijven valt
2018
Opgeruimd staat netjes?
Als een speelbal over bruggen geschopt
en tot ‘het gevaar’ gesculpeerd,
‘zij’ die altijd vluchten
en nooit thuis kunnen zijn
Hoe tevergeefs tollen zij rond
van het ene naar het andere
Eiland vol verwarring
2017
Sloophamer
Nihil semper floret
Uit het besef
dat ik onvolledig blijf,
ondanks de uitputtingsslag om te helen
vecht ik voortdurend tegen de vervreemding,
waarbij mijn verlangens verwelken
tot bouwwerken, verpulverd en onmachtig
onder het gewicht
van existentiële levensvragen
naar mijn bevrijding in het zinloze,
als een open gezichtsveld
voor het verzet
Tegen de wonden van de wereld
2018
Opstapje
2018
Antilope
Over ambergele velden
haar hals
neuriënd
Met soortgenoten
mee
zwichtend
Pijlsnel
de reflexen
schetsend
2016
X
Marmeren maskerade,
mijn satijnen omhulsel
De creatie:
Als spanningsboog
tussen zelfbehoud en zelfvernietiging
Is zij
De onvoltooide fase
Een spiegelpaleis voor
de flarden van het zelf
Nobele pogingen
in de sublimering
van wat ongrijpbaar
en verbannen ligt
Gemaakt, om
uiteen te vallen
2018
Tot woorden
Zonnebaden in een leunstoel,
het tippelen van de kat
over bakstenen muurtjes
Soepel cirkelt een buizerd
over naaldloos bos
En vloeit de inkt uit in
zweverige spiralen
Tot woorden van werkelijkheid,
tot woorden van verder weg,
tot woorden van dichterbij
2017
Paparazzo
Een momentenmachine
op een voyage de voyeurs
Doorheen het roze katoenlandschap
de in panterprint verbolgen
vanitas
De enscenering tot escapade
Registratie,
escalatie
2016
Winterslaap
Staat zij op het plein
tussen de handelaren,
een tijdlijn in richtingen
onverschillig markerend
Zij,
draagster van de diepere betekenis,
het vergeten centrum
Zij,
granieten obelisk,
als een naald naar het eindeloze gericht,
tot een wolkenkrabber afgetekend
in de beeldschone bevriezing
Met
het vaag terugverlangen
onuitwisbaar
2019
Monument
Aan tafels,
zonder uithoeken doorlopend
Staren de monniken blind
op schermen vol ruis,
zoeken hun handen
tussen hekken weerklank
als snijdende snaren,
tot in de duistere
dimensies trillend
Diep knaagt hier het gemis
onder vleugels verwrongen,
in het glas breekbaar,
als monument
van het afwezige
2018