THE FAN (2018)

 Scene 1: Zwart naar wit

Het openingsbeeld is volledig gevuld door het zwart van de duisternis. Het ritmisch geluid van de draaiende wieken van een ventilator is hoorbaar. Na een twintigtal seconden verschijnt er middenrechts bovenaan het beeldscherm, in het klein (als een miniatuur) een vierkante ruimte bestaande uit vier muren, die langs de binnenkant in het wit geschilderd en verlicht zijn. De buitenkanten van de muren zijn in het zwart geschilderd en dus onzichtbaar in de zwarte, schijnbaar eindeloze omgeving. De ruimte komt driekwart langs boven bekeken in beeld, alsof de kijker erover vliegt, en verschijnt dus, zoals eerder vermeld, in het klein rechtsmidden bovenaan, en is omringd door het zwart. De ruimte wordt vervolgens groter, we vliegen dichter over de ruimte, en verplaatst zich naar het midden van het zwarte scherm. Deze transitie gebeurt langzaam, minstens tien seconden lang, en nog speelt het geluid van de ventilator, ditmaal gestaag luider. Belangrijk: enkel de vier witte bovenste delen van de muren zijn zichtbaar, niet wat er zich in de ruimte bevindt. Wel ‘zweeft’ er boven de ruimte een draaiende ventilator.

De verplaatsing van de camera naar de ruimte toe (‘ons vliegen’ over de ruimte) wordt doorbroken, terwijl deze beweging nog bezig is, wanneer de witte ruimte zich bijna in het midden van het beeldscherm bevindt. Het volgende beeld toont nu een close-up van de draaiende ventilator, zichtbaar in het wit van de ruimte. Dit beeld duurt een zevental seconden. Het geluid van de ventilator gaat tevens verder.

Het beeld dat hierop volgt, is dat van de witte ruimte van bovenaf bekeken. De bovenste randen van de vier muren van de ruimte lopen evenwijdig met de vier randen van het scherm. De draaiende ventilator is het middelpunt van de ruimte, en van het scherm. Er moet voldoende zwart zichtbaar zijn rondom de dimensies van de witte ruimte. Vervaagd zien we van bovenaf dat de witte ruimte niet leeg is. Er staat een tafel met aan weerszijden twee figuren (al zijn deze drie elementen nu vervagd, zonder focus, in beeld, en is het voor de kijker niet duidelijk wat deze drie zaken precies zijn). Dit beeld duurt 5 seconden. Het geluid van de ventilator klinkt tijdens dit beeld ook gedempt.

Hierna volgt weer het voorgaande beeld van de close-up van de ventilator. Het geluid is weer luider, vergelijkbaar met dat tijdens de vorige close-up. Dit beeld duurt minstens tien seconden.

Nu wordt er weer overgegaan op het beeld van de witte ruimte van bovenaf gezien, dit vanaf dezelfde hoogte en plaats als bij het beeld, voorafgaand aan de tweede close-up. Ook het geluid is wederom gedempt. Ditmaal wordt er zeer langzaam ingezoomd naar beneden, alsof we afdalen. We naderen de ventilator en gaan doorheen haar draaiende wieken. Het geluid stijgt tijdens deze afdaling. Uiteindelijk stopt het beeld iets onder de ventilator en blijft ook het geluid op dezelfde hoogte. Onder ons zien we de witte ruimte, die nu het gehele scherm vult (de scheiding tussen vloer en vier muuren moeten ook zichtbaar zijn). De vloer is eveneens wit en verlicht. In de ruimte staat een donkere, zware houten tafel. De tafel is zeer smal en langwerpig. Haar langwerpige zijde staat horizontaal met de onderkant van het scherm. Aan de twee uiteinden van deze zijde staat telkens één figuur. Dit moeten oudere mannen (leeftijd 50-65) zijn, met duidelijke rimpels en onderling duidelijke fysiologische verschillen (niet dezelfde huidskleur bijvoorbeeld blank en zwart, andere haarkleur en oogkleur). De figuren dragen beiden een grijs maatpak met blauwe das en staan dus tegenover elkaar (naar elkaar kijkend). Ze worden van bovenaf getoond. Ze staan met gebalde vuisten, armen tegen het lichaam, en benen gestrekt tegen elkaar recht. Dit beeld mag lang duren.

Scene 2: Confrontatie van ego’s

Het volgende beeld toont een close-up van het voorhoofd van één van de mannen. Het voorhoofd is bekeken vanuit een ¾ profiel (frontaal, maar vanuit een gedraaide hoek, het voorhoofd is voor de kijker naar de linkerzijde van het scherm gedraaid). Het vult het gehele scherm, en mag de haarlijn tonen maar niet de wenkbrauwen. Op het voorhoofd staan zweetdruppels. Dit beeld duurt een viertal seconden. Het geluid van de ventilator is nog meer gedempt, dit verandert niet meer tenzij anders vermeld.

Hierna volgt een gelijkaardig beeld van het voorhoofd van de andere man. Ditmaal is het voorhoofd voor de kijker naar de rechterzijde van het scherm gedraaid, waardoor de suggestie van de confrontatie wordt versterkt. Het camerastandpunt is dus gespiegeld tegenover het vorige beeld. Op het voorhoofd staan tevens zweetdruppels, hiervan moet er minstens één naar beneden rollen. Dit beeld duurt even lang als het vorige.

Nu wordt een gebalde vuist getoond (van de tweede man). Weer in ¾ profiel maar centraal in beeld, met linksonder op de voorgrond een klein deel van de tafel (Het horizontale tafelblad komt schuin in beeld). Hierboven is de vuist zichtbaar, alsook een deel van een mouw van een grijs maatpak. De spieren (en vingers) van het hand trekken zich zichtbaar samen. De vuist is voor de kijker naar de linkerzijde van het scherm gedraaid. Dit shot duurt enkele seconden.

Het volgende beeld is de gebalde vuist (van de eerste man), het standpunt is gespiegeld tegenover vorig beeld en duurt ongeveer even lang.

Hierna volgt weer een beeld van bovenaf, op het geheel van de witte ruimte ruimte gericht. Het is bekeken vanuit de bovenhangende ventilator (die niet zichtbaar is) en het beeld draait langzaam in cirkels rond. De mannen en de tafel zijn wel zichtbaar van bovenaf, het middelpunt van het scherm is gericht op de tafel. Ook is bij dit beeld het geluid van de draaiende ventilator weer luider hoorbaar en eist deze meer aandacht op. Minstens een negental seconden is de duratie van dit beeld.

Er volgt een close-up van de wenkbrauwen (van de eerste man). Deze zijn frontaal in beeld, volledig zichtbaar, en vullen het scherm. Het geluid van de ventilator blijft luid aanwezig en het geheel duurt een drietal seconden (of iets langer). Hierop wordt overgegaan op een close-up van de wenkbrauwen van de andere man, ook frontaal en volledig zichtbaar. Deze Close-up duurt even lang als de vorige.

Een sterk gekadreerde close-up van de neusvleugels en het randje van de bovenlip volgt (van de tweede man). De bovenlip en neus mogen niet volledig in beeld gebracht. De neusvleugels en rand van de bovenlip worden frontaal in beeld gebracht, vullen het gehele scherm. Dit beeld duurt een vier à vijftal seconden en wordt vergezeld door het voortgezette geluid van de ventilator. Hierna volgt een vergelijkbare close-up van de eerste man met gelijkaardige duur.

Terugkoppeling naar het beeld van bovenaf op de witte ruimte. Weer met als midddelpunt de tafel en draaiend in cirkels. Het geluid van de ventilator wordt voortgezet. Dit beeld vertrekt van het zelfde standpunt als het vorige beeld van de witte ruimte, maar zoomt langzaam in naar beneden. Dit gedurende een zestal seconden.

Bij het volgende beeld verschijnt de tafel weer in beeld als middelpunt, maar van de zijkant bekeken. Het horizontale tafelblad loopt dus parallel met de onderkant van het scherm. Aan de langste weerzijden (dus links en rechts in beeld) staan de twee mannen. Deze worden vervaagd in beeld gebracht. Het beeld worden afgesneden bij de maatpakken van de mannen, net boven, onder en naast (achter) de zichtbaar gebalde vuisten. Het geluid van de ventilator is steeds hoorbaar. Dit beeld duurt minstens tien seconden.

Hierop wordt een close-up getoond van de gebalde vuist van de eerste man. De vuist is centraal in beeld gebracht en de camera volgt de volgende beweging van de vuist, die dus centraal in beeld blijft. De vuist blijft eerst voor een aantal seconden ter plaatse, waarna ze in een boog naar boven geheven wordt in gebalde positie. De spieren moeten strak gespannen staan. Bij het einde van deze beweging vertaalt de vuist zich ietwat verkrampt naar een wijzende wijsvinger. De spanning moet tijdens deze overgang in de hand en de vingers behouden blijven. Met wijsvinger wijst de man naar zichzelf, zijn eigen maatpak op borsthoogte. Deze positie blijft voor enkele seconden behouden. Het geluid van de ventilator is nog steeds te horen.

Er volgt weer een gelijkaardig beeld, voorgaand aan het vorige shot, met het tafel als middelpunt, vergezeld door de twee mannen aan weerzijden (weer vervaagd). Ditmaal heeft de rechterman zijn hand naar zichzelf gericht, wijzend met de wijsvinger op borsthoogte. Na enkele seconden weerklinkt een lage, dwingende en strenge mannenstem, die aanwezig klinkt maar niet roepend, het volgende: “I”. Hierna stopt ook het geluid van de ventilator en volgt er een stilte. Na het wegebben van de stem blijft het beeld nog een achttal seconden hangen.

Nu transformeert de gebalde vuist van tweede man zich op dezelfde wijze (close-up, naar wijzende vinger) met dezelfde duratie en met het geluid van de ventilator. Dit beeld gaat dan weer over in het beeld met de tafel als middelpunt. Nu wijzen beide mannen naar zichzelf. Na enkele seconden, wel enkele seconden langer dan vorige keer, weerklinkt een andere lage, dwingende en strenge mannenstem, weer aanwezig maar niet roepend, wel iets luider en ‘agressiever’ als vorige stem:”I”. Hierna stopt ook het geluid van de ventilator en volgt er een stilte. Na het wegebben van de stem blijft het beeld nog een achttal seconden hangen. Het geluid van de ventilator blijft de volgende beelden afwezig.

Een frontale close-up van de wenkbrauwen van de eerste man. Eerst bewegingsloos, erna bewegend samen met het uitspreken van de volgende woorden, met hetzelfde timbre, weer niet roepend, maar wel luider en iets agressiever, vergeleken met de vorige uitspraak van de andere man: “I shall”. Twee seconden hierna wordt overgegaan op een frontale close-up van de wenkbrauwen van de tweede man.  De wenkbrauwen bewegen mee op de volgende woorden, weer iets luider en agressiever, maar nog steeds niet roepend: “I shall”.

Hierop volgt een close-up van de mond van de eerste man. De mond is voor de helft frontaal in beeld gebracht. Dit wil zeggen, het uiteinde/eindpunt van de mond en lippen is rechts op het scherm zichtbaar, maar het midden van de mond en de lippen eindigen bij de afsnijding van de linkerzijde van het scherm. Na enkele seconden bewegen de lippen van de mond, de tanden ontblotend (die mooi gevormd en perfect wit zien), bij het uitspreken van de woorden: “I shall perform!” Weer luider en agressiever, ditmaal ook licht roepend. Er moet tijdens de uitspraak speeksel uit de mond gestuwd worden. Hierna blijft de mond nog enkele seconden bewegingsloos in beeld.

De mond van de tweede man wordt nu in beeld gebracht. Weer een close-up, frontaal, met de  de helft van de mond zichtbaar, al is het uiteinde/eindpunt van de mond en lippen nu links op het scherm zichtbaar, met het midden van de mond en de lippen eindigend bij de afsnijding van de rechterzijde van het scherm. Na enkele seconden bewegen de lippen van de mond, de tanden ontblotend (die ook mooi gevormd en perfect wit zien), bij het uitspreken van de woorden: “I shall perform!” Weer luider en agressiever dan de vorige man, tevens licht roepend. Er moet tijdens de uitspraak speeksel uit de mond gestuwd worden. Hierna blijft de mond nog enkele seconden bewegingsloos in beeld.

Volgend op deze close-ups is een close up van beide halve monden. Het beeld is door een verticale streep in twee perfecte helften verdeeld. In de rechterhelft is de halve mond van de eerste man zichtbaar, vergelijkbaar als in de voorgaande close-up. In de lichterhelft is de halve mond van de tweede man te zien, tevens vergelijkbaar als in de voorgaande close-up. Samen vormen ze dus nu één mond. Na een vijftal seconden begint de halve mond (van de tweede man) in de linkerhelft van de ‘splitscreen’ te bewegen met het uitspreken van de volgende woorden, luider en agressiever dan de vorige uitspraak, en roepend, inclusief speeksel: “I shall succeed!”. Na de uitspraak is er een viertal seconden stilte, en de linker halve mond valt terug op een ‘neutrale’ positie. Hierop begint de halve mond van de eerste man, op de rechterhelft van het scherm, te spreken: “I shall succeed!”. Dit luider en agressiever roepend, vergeleken met de vorige uitspraak. Weer een viertal seconden.

Het volgende beeld is in vier gelijke delen verdeeld. Ieder deel toont één oog van de mannen. Alle vier de ogen zijn dus weergegeven. Deze moeten per man een verschillende oogkleur hebben. De ogen van de eerste man zijn aanwezig in de rechterbovenzijde en linkeronderzijde van het scherm. De ogen van de tweede man in de linkerbovenzijde en rechteronderzijde. De ogen knipperen niet, zijn gefocust, zelfs een beetje bloeddoorlopen. Na een vijftal seconden, spreekt de eerste man, en de oogspieren bewegen mee. De toon van de stem is zeer luid, zeer agressief (meer nog dan ervoor) roepen: “I exist!” Hierop volgt vrijwel meteen de stem van de andere man, waarbij zijn oogspieren bewegen. De toon is nog luider en agressiever: “I exist!”.

Scene 3: De oplossing

Het volgende beeld is van bovenaf bekeken. De verste uiteinde van de tafel staat parallel met de verticale zijden van het beeldscherm. Het vult driekwart van het scherm, beginnend aan de linkerzijde van het beeldscherm. Dit beeld wordt een vijftal seconden getoond. De andere kwart van het scherm toont de witte vloer. Hierna wordt er overgegaan op een close-up van een gebalde vuist die eerst omhoog gaat, dit wordt langszij getoond (in profiel), met de arm rechts, waarna kort een frontaal shot getoond wordt van de vuist, met daarachter de eerste man (van wie de hand is). De focus ligt op de vuist, waardoor de man vervaagd en onduidelijk in beeld gebracht is.  Erna vervolgt de vuist haar beweging naar boven en gaat ze in slowmotion weer naar beneden, ook dit wordt langszij (in profiel) getoond. Tenslotte komt de hand hard op de tafel terecht (die dus ook in profiel getoond wordt). De rimpelingen die bij de impact over de hand rollen, worden vertraagd getoond. De klap is hoorbaar. Hierna weerklinkt de stem van de eerste man, luider en agressiever dan voordien, roepend: “I exist!”. 

Deze voorgaande sequentie aan handelingen wordt herhaald bij de gebalde vuist van de tweede man. Het eerste shot toont ditmaal wel de verste uiteinde van de tafel, beginnend aan driekwart van de rechterzijde van het beeldscherm. De vuist die neergaat, is van de andere man en wordt gespiegeld getoond. Zijn stem weerklinkt na de ontmoeting van zijn vuist met de tafel nog luider en agressiever dan die van de andere man:”I exist!”.

Nu is er weer een bovenaanzicht op de gehele ruimte, de tafel en de twee mannen, vanuit het standpunt van de ventilator. Het geluid van de ventilator is weer hoorbaar. Het beeld draait weer in cirkels en de mannen en tafel zijn vervaagd in beeld. Om te beurten slaan de mannen met hun vuist op tafel, telkens luider schreeuwend:”I exist”. De stemmen klinken scheller, shor en hoe langer hoe meer wanhopig. Uiteindelijk, na een tiental uitwisselingen, zijn de mannen eerder aan het janken. Er klinkt ook gehijg van de uitputting.

Het volgende beeld geeft een zijaanzicht van de tafel met aan weerzijden de mannen. Zij zijn niet duidelijk in beeld, dus zoals gewoonlijk eerder silhouetten. Ze kloppen om te beurten op de tafel, voorovergebogen van de vermoeidheid, en spreken “I exist” met stembanden die helemaal schel zijn. Ze fluisteren nu haast en de stemmen worden iedere maal. Het draaien van de ventilator overheerst het geluid van de stemmen bijna. Er wordt een achttal keer heen en weer gesproken.

Nu wordt het beeld door een verticale lijn in het midden in twee delen verdeeld. Weer komt er in iedere helft een halve mondhoek, van beide mannen, die samen één mond vormen (vergelijkbaar met vorige splitscreen, al is in de rechterhelft de halve mond van de tweede man zichtbaar, en in de linkerhelft die de eerste man, omgekeerd met vorige keer). Het geluid van de ventilator is bij dit shot opgehouden. De halve mond in de linkerhelft (van de eerste man) fluistert met gebroken stem, met aarzeling en meer adempauze, en dus langer uitgesponnen: ”I...exist”. Dit moet ook wanhopig klinken. Hierna antwoord de andere halve mond (van de tweede man) zachter, met nog meer twijfel: “I...exist”. Dit herhaalt zich één keer, waarna de halve mond van de eerste man enkel nog “I” kan uitbrengen, bijna volledig geruisloos. De andere mond reageert met “I”. Hierop antwoorden de beide monden gelijktijdig, zodat ze één geheel vormen: “I”.

Hierna krijgt de kijker meteen weer het zijaanzicht (zoals bij voorgaande beeld) van de tafel met aan weerzijden de mannen, die beiden met 1 gestrekte en wijsvinger naar elkaar wijzen. Na maximaal twee seconden storten de mannen als voddenpoppen in elkaar tot enkel de kleren overblijven. Dit gebeurt gelijktijdig en in slowmotion. Tijdens deze ineenstorting vallen ook de drie witte zichtbare wanden (2 zijkanten en achteraan) als panelen naar achteren, en wordt het zwart zichtbaar dat al het licht opslokt (tevens in slowmotion). Tijdens deze ineenstorting wordt het beeld doorbroken door een ander beeld, getoond van buitenaf, schuin boven de verlichte witte ruimte, met alle vier wanden zichtbaar, die tevens in slowmotion instorten. De dalende bewegingen van de panelen worden tot het einde in beeld gebracht, en de witte ruimte maakt plaats voor eindeloos zwart.

Het beeld is zwart. Het geluid van de klap van de instorting laat nog even echo’s na, de suggestie wekkend alsof het zwart één grote holle ruimte is. Na het wegebben van de echo’s, na een vijftal seconden, maakt de hieropvolgende stilte weer plaats voor het geluid van de ventilator die onvermoeid verder draait, na een tiental seconden komen we weer bij het openingsbeeld, zonder dat het geluid van de ventilator onderbroken wordt.

Het geheel speelt zich dus in loops af.